Duurzame inzetbaarheid vergroten
Bedrijven kunnen subsidie aanvragen voor activiteiten die de duurzame inzetbaarheid van werkenden in hun organisatie vergroten. Daarnaast kan de subsidie worden ingezet om oudere werknemers met zwaar werk eerder te laten stoppen. Meer over dat laatste vindt u op de pagina eerder stoppen met werken.
De subsidieregeling kent vier thema’s. U kunt subsidie aanvragen voor activiteiten die bijdragen aan deze thema’s:
- Gezond, veilig en vitaal werken
- Goed werkgeverschap en goed opdrachtgeverschap
- Een leven lang ontwikkelen en arbeidsmobiliteit
- Bewustwording en eigen regie van werkenden op hun loopbaan
Activiteiten die in aanmerking komen voor subsidie
De subsidieregeling benoemt voor welke projectactiviteiten u subsidie kunt aanvragen. Als activiteiten niet in de onderstaande lijst passen, krijgt u hiervoor geen subsidie. Ook moeten de gekozen activiteiten logisch aansluiten op uw bedrijfsanalyse.
- Het ontwikkelen en toepassen van instrumenten, methoden of werkwijzen inclusief het uitvoeren van onderzoek dat hiermee verband houdt;
- Activiteiten op maat voor individuele arbeidsorganisaties;
- Het opzetten van een infrastructuur om structurele duurzame inzetbaarheid te bevorderen;
- Een communicatie- of voorlichtingsactiviteit;
- Een kortdurende training of workshop voor groepen: dit is een training of workshop van enkele uren tot enkele dagen;
- Inhoudelijke monitoring en evaluatie: u heeft een concrete, inhoudelijke onderzoeksvraag over duurzame inzetbaarheid in uw organisatie. U voert onderzoek uit en er wordt een concreet product opgeleverd in de vorm van bijvoorbeeld een rapport of verslag.
Let op: de kosten die u voor de activiteiten maakt, moeten redelijk zijn. Daarnaast gelden er regels voor het inkopen van producten en diensten. En voor het opvoeren van uren van eigen personeel als projectkosten. Meer hierover leest u in de Handleiding projectadministratie.
Let op: voor duurzame inzetbaarheid komen alleen kosten die zijn gemaakt in de projectperiode voor subsidie in aanmerking.
Praktijkvoorbeelden
Voorbeeld: Koerskaart 'Duurzaam in Flex': https://www.doorzaam.nl/cultuur/koerskaart-en-digitaal-flex-kompas/ > als hulpmiddel voor een gesprek tussen een uitzendorganisatie en het inlenende bedrijf. De koerskaart helpt bij het maken van een start met duurzame inzetbaarheid voor uitzendkrachten. De koerskaart doet dienst als externe deskundige en procesbegeleider in één. |
Voorbeeld: Maatwerkprogramma om werkdruk en ongewenst gedrag — zoals agressie, seksuele intimidatie en seksueel geweld — tegen te gaan. Gesprekskaarten: Ga samen het gesprek aan | SSFH waarmee werkgevers en werknemers samen het gesprek kunnen aangaan over werkdruk, gezondheid en werkplezier. |
Voorbeeld: Online tool: A&O-fonds Provincies | Het Goede Gesprek HRM-OR (aenoprovincies.nl) om leidinggevenden en werknemers te stimuleren en te faciliteren bij het voeren van ‘het goede gesprek’, bijvoorbeeld ter vervanging van een jaarlijks cyclusgesprek. De tool bevat handige instrumenten, tips en informatie en is beschikbaar als webversie en app. |
Voorbeeld: Stimuleren van kennisoverdracht tussen ervaren en minder ervaren werkenden in de Bouw en Infra, door bijvoorbeeld mentorschap en opleiden in de praktijk. Zie Leermeester 19001110_leermeester_2019.indd (volandis.nl)> voor een voorbeeld van een duidelijk stappenplan en een opsomming van de voordelen voor zowel werknemers als werkgevers. |
Voorbeeld: Binden en Boeien Scan: Binden & Boeien Scan | Kasgroeit om de werknemerstevredenheid te onderzoeken. Deze scan geeft werkgevers inzicht in de tevredenheid onder werknemers over hun werkgeverschap. Dat is zinvol, want tevreden medewerkers zijn niet alleen productiever en blijven langer bij de organisatie werken, maar zijn ook gemotiveerder en meer betrokken. De scan bevat onder andere vragen over de thema’s opleidings- en ontwikkelingsmogelijkheden, uitdagend werk, sociale steun, betrokkenheid en autonomie en werkplezier. |
Bovengenoemde voorbeelden komen uit de Menukaart duurzame inzetbaarheid voor sectoren. Meer inspiratie opdoen? Raadpleeg dan de menukaart; daar staan nog meer praktische voorbeelden in die ook voor bedrijven interessant kunnen zijn.
Activiteiten die niet voor subsidie in aanmerking komen
Wettelijke verplichtingen en andere overheidsfinanciering
Activiteiten waartoe u wettelijk verplicht bent, zijn niet subsidiabel en kunnen niet in het activiteitenplan worden opgenomen. Ook activiteiten waarvoor u al andere overheidsfinanciering ontvangt, komen niet in aanmerking voor subsidie. Voorbeelden zijn:
- Het maken van een Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E);
- Regulier of formeel onderwijs, reguliere basisvaardigheden (digitale vaardigheden, rekenen en taal), kwalificerende scholing (diploma’s en certificaten) en praktijk- en werkleerplaatsen
- EVC-trajecten;
- Bestaande projecten of programma’s (bijvoorbeeld campagnes, voorlichtingsactiviteiten of onderzoek), tenzij u onderbouwt dat dat ze worden geïntensiveerd, bestendigd of verrijkt, zodat ze nog meer werkenden bereiken.
- Van werk naar werk (VWNW)-begeleiding na ontslag of bij reorganisatie.
Niet subsidiabele kosten
Verder sluit de regeling de volgende kosten uit van subsidie:
- Kosten voor verbruiksgoederen: verbruiksgoederen zijn goederen die na eenmalig gebruik ‘op’ zijn. Een voorbeeld hiervan is catering. Goederen die herhaaldelijk gebruikt kunnen worden, zijn dus geen verbruiksgoederen. Voorbeelden hiervan zijn flyers en T-shirts. De kosten hiervoor zijn wel subsidiabel, tenzij deze onredelijk of niet noodzakelijk zijn.
- Btw: betaalde btw is alleen subsidiabel als de btw niet kan worden verrekend en er geen beroep kan worden gedaan op het btw-compensatiefonds. Dit zal moeten worden aangetoond met bijvoorbeeld een verklaring van de Belastingdienst.
- Loonverletkosten: hiermee bedoelen we de loonkosten voor de uren van medewerkers die meedoen aan projectactiviteiten. Bijvoorbeeld de uren dat zij deelnemen aan een training.
Betrek werknemersvertegenwoordiging
Het is belangrijk dat u uw werknemers betrekt bij het proces rondom duurzame inzetbaarheid. Daarom is het verplicht om de werknemersvertegenwoordiging te betrekken bij het opstellen van uw activiteitenplan. Dit kan een vakbond zijn, de OR of bijvoorbeeld de personeelsvertegenwoordiging. Het zal per bedrijf verschillen hoe de werknemers betrokken kunnen worden. Uit het activiteitenplan moet blijken hoe de betrokkenheid is georganiseerd.