Vragen en antwoorden

Het doel van deze subsidie is om werkgevers te stimuleren om statushouders duurzaam in dienst te nemen.

De financiële tegemoetkoming moet worden ingezet voor het ondernemen van activiteiten op de werkvloer, gericht op het verkleinen van cultuur- en taalverschillen tussen statushouders en het overige personeel.

Werkgevers in de private en publieke sector kunnen de subsidie aanvragen.

Voor de jaren 2024, 2025 en 2026 is in totaal € 9.500.000 subsidie beschikbaar gesteld. Voor het tweede tijdvak, aanvraagperiode juni tot en met september 2025, is een bedrag van € 3.000.000,- beschikbaar.

De subsidie bedraagt voor een werkgever maximaal € 24.000,– per aanvraag waarbij:
 a. € 8.000,– wordt verleend indien de aanvraag ziet op één statushouder;
 b. € 14.000,– indien de aanvraag ziet op twee statushouders;       (+ € 6.000,-)
 c. € 19.000,– indien de aanvraag ziet op drie statushouders; en    (+ € 5.000,-)
 d. € 24.000,– indien de aanvraag ziet op vier statushouders.         (+ € 5.000,-)

Een bedrijf kan voor maximaal vier statushouders subsidie aanvragen. Deze subsidie moet in één keer worden aangevraagd voor alle statushouders.

Deze subsidie kan eenmalig worden ontvangen. Als deze subsidie voor 2024 is ontvangen, dan kan de subsidie niet nog een keer aangevraagd worden. Wij willen zoveel mogelijk werkgevers de kans geven om subsidie te ontvangen en hiermee ondersteunen om statushouders duurzaam in te zetten.

• Als de activiteiten gericht op leren vaktaal & begeleiding op de werkvloer al op andere manieren gefinancierd worden.
• Als de statushouder geen contract heeft / krijgt van minimaal 20 uur per week gedurende minimaal 12 maanden.
• Als de ingangsdatum van het huidige contract van de statushouder voor 2 december 2024 ligt.
• Als de statushouder al eerder betaalde arbeid heeft verricht voor deze werkgever.
• Als de statushouder geen BSN heeft.
• Als de aanvrager in een eerder tijdvak subsidie vanuit de regeling SOWIS heeft ontvangen.

De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) verplicht organisaties om aan personen wiens persoonsgegevens zij verwerken aan te geven dat dit gebeurt en op welke wijze dit gebeurt. Daarom moet de werkgever de desbetreffende statushouder(s) informeren dat zijn/haar BSN wordt gedeeld met de Rijksoverheid in verband met het aanvragen van de subsidie. Ook moet de statushouder(s) worden geïnformeerd dat mogelijk een kopie van de verblijfsvergunning met de Rijksoverheid wordt gedeeld als de werkgever in de steekproef valt. De werkgever kan dit het beste samen met de statushouder op schrift vastleggen dat de statushouder(s) hierover is geïnformeerd.   

De subsidie is niet bedoeld voor de kosten die onder andere worden gemaakt voor de werving- en selectie van statushouders, loonkosten en scholing in vakvaardigheid.

Ja dat kan. De subsidieregeling kan samengaan met subsidieregelingen die toezien op financiële ondersteuning bij werving & selectie, loonkosten, scholing in vakvaardigheid. De regeling kan niet samengaan met subsidies die ook toezien op de begeleiding van statushouders gericht op het verkleinen van de taal- en cultuurverschillen. Het is namelijk niet mogelijk kosten voor een statushouders die reeds uit hoofde van een andere regeling worden gefinancierd, ook nog eens vanuit deze subsidieregeling te financieren. Zie hiervoor ook artikel 4, lid c van de subsidieregeling.

De subsidie kan worden aangevraagd vanaf maandag 2 juni 2025, 09:00 uur tot en met dinsdag 30 september 2025, 17:00 uur via het Subsidieportaal. De aanvragen worden beoordeeld op puntenscore én volgorde van binnenkomst. Als het subsidiebudget is uitgeput dan wordt gestopt met beoordelen.

De subsidie kan online worden aangevraagd via het subsidieportaal ‘Uitvoering Van Beleid’ van SZW. Het is belangrijk dat hiervoor tijdig van tevoren een account is aangevraagd. Werkgevers kunnen nu al een account aanmaken via: https://www.mijnuitvoeringvanbeleidszw.nl/

• De statushouder moet in het bezit zijn van een BSN.
• Het huidig (of toekomstig) arbeidscontract is het eerste betaalde contract bij deze werkgever.
• De statushouder heeft niet eerder betaald werk verricht voor deze werkgever.
• De ingangsdatum van het eerste arbeidscontract bij deze werkgever is 2 december 2024 of later.
• De statushouder heeft (of krijgt) een eerste arbeidscontract voor minimaal 12 maanden van minimaal 20 uur per/week.

• De werkgever biedt de statushouder een arbeidscontract aan voor minimaal 20 uur met een minimale looptijd van 12 maanden. Een werkleerovereenkomst geldt ook als contract en op basis daarvan mag de subsidie ook worden aangevraagd.
• De werkgever stelt een activiteitenplan op, volgens het verplichte format (zie het kopje ‘Uitvoeren en verantwoorden’ op de UVB website) en voert dit uit.
  Het activiteitenplan bevat de volgende onderdelen:
  • Hoe de begeleiding wordt georganiseerd;
  • Hoe de (organisatie-) cultuur wordt bijgebracht;
  • Hoe de Nederlandse taal en vaktaal op de werkvloer wordt geleerd;
• De duur van de activiteiten uit het activiteitenplan bedraagt minimaal één jaar en maximaal twee jaar na datum van subsidieverlening.
• De werkgever is verplicht zich in te spannen om werknemers te stimuleren om deel te nemen aan het opstellen en uitvoeren van de taal- en begeleidingsafspraken, bedoeld in artikel 8, onderdeel c.
• De werkgever heeft een meldplicht op grond van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS. Dit houdt in dat de werkgever het ministerie moet melden als de omstandigheden op grond waarvan de subsidie is toegekend, zijn gewijzigd.

Nee. In deze regeling zijn statushouders gedefinieerd als vluchtelingen die beschikken over een verblijfvergunning asiel voor bepaalde tijd of een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd. Oekraïense vluchtelingen, asielzoekers en arbeidsmigranten beschikken niet over deze verblijfsvergunning.

De subsidie kan worden aangevraagd voor statushouders die nog niet aan hun inburgeringstraject zijn begonnen, hun inburgeringstraject volgen of hun inburgeringstraject hebben afgerond. Dit houdt in dat werkgevers ook subsidie kunnen aanvragen voor statushouders die verblijven op een asielzoekerscentrum.

Vanuit deze regeling worden er geen voorwaarden gesteld aan het taalniveau.

• Een ingevuld Activiteitenplan (PDF)
• BSN van statushouder  (Invullen in het online aanvraagformulier, via het subsidieportaal)
• KVK-nummer van onderneming  (Invullen online aanvraagformulier)
• Verklaring arbeidscontract (minimaal 12 maanden & ten minste 20 uur per week)  (hokje aanvinken)
• Verklaring dat statushouder niet eerder bij de werkgever betaalde arbeid heeft verricht. (hokje aanvinken)
• Verklaring dat subsidieaanvraag in overeenstemming is met de-minimisvordering (PDF)
• Kopie bankafschrift werkgever (voor overmaken subsidie)  (PDF)

Je dient één aanvraag in en maakt één activiteitenplan volgens het verplichte format (zie het kopje ‘Uitvoeren en verantwoorden’ op de UVB website). Als de activiteiten per statushouder verschillen moet in het activiteitenplan worden uitgesplitst hoe de begeleiding er uit komt te zien.

Er kunnen maximaal 15 punten worden behaald. Als werkgevers een minimale score van 11 punten behalen komen zij in aanmerking voor subsidie. Aanvragen die minder punten behalen of aanvragen die niet volledig zijn worden afgewezen. Bij toekenning van de subsidie geldt het principe ‘first come first served’. De aanvragen worden beoordeeld op volgorde van binnenkomst. Als het subsidiebudget is uitgeput dan wordt gestopt wordt met beoordelen.

Binnen 13 weken na afloop van de aanvraagperiode (laatste dag 30 september 2025) ontvangt aanvrager het besluit. In de praktijk zal dit uiterlijk op 15 december 2025 zijn. De verwachting is dat er werkgevers zijn die het besluit eerder ontvangen omdat aanvragen direct worden beoordeeld bij binnenkomst. 

De subsidieverstrekking bestaat uit een voorschot van 100%. De verwachting is dat dit bedrag uiterlijk zes weken na de beschikking wordt overgemaakt.

Tot 7 jaar na de datum van de vaststelling van de subsidie, kunnen de hierboven genoemde documenten worden opgevraagd.

Ja, voor de uren die gemaakt moeten worden in het kader van het participatietraject en de MAP (Module Arbeidsmarkt en Participatie) kan een verrekening plaatsvinden waardoor het inburgeringstraject sneller kan worden afgelegd. De klantmanager van de gemeente kan dit verwerken. De werkgever dient hiervoor een formulier te ondertekenen. 

Als een statushouder uitvalt, moet de werkgever dit melden bij het ministerie Sociale Zaken & Werkgelegenheid. In dat geval mag de werkgever de subsidie inzetten voor een nieuwe statushouder. De werkgever heeft immers al geïnvesteerd in het ontwikkelen van een werktraject voor statushouders. Wel is het noodzakelijk dat de werkgever het burgerservicenummer (BSN) van de nieuwe statushouder aan het ministerie doorgeeft. Indien er geen vervangende statushouder wordt gevonden, wordt de verstrekte subsidie teruggevorderd.

De subsidie zal dan worden teruggevorderd. In de subsidieregeling geldt als voorwaarde dat de werkgever het arbeidscontract niet binnen de proeftijd mag beëindigen.

Een arbeidscontract met flexibele uren wordt niet geaccepteerd. De werkgever heeft de verplichting om een arbeidscontract aan te bieden voor minimaal 12 maanden met ten minste 20 uur per week.

Nee. De subsidie is bedoeld voor werkgevers die ook daadwerkelijk aan statushouders een arbeidscontract aanbieden.

Nee organisaties, zoals intermediairs of gemeenten, kunnen geen subsidie aanvragen namens een werkgever. Dat kunnen werkgevers enkel zelf.

Nee dat kan niet. Werkgevers moeten zelf een arbeidscontract met de statushouder hebben afgesloten en de begeleiding moet op de werkvloer van werkgever plaatsvinden.

Ja, dat kan, aangezien de statushouder tijdens de proefplaatsing geen betaalde arbeid verricht bij de werkgever. Tijdens een proefplaatsing werkt een statushouder maximaal drie maanden met behoud van uitkering bij een werkgever. Na afloop van de proefplaatsing moet de werkgever alsnog een arbeidsovereenkomst van 12 maanden aanbieden om in aanmerking te komen voor deze subsidieregeling. De periode van de proefplaatsing wordt niet in mindering gebracht op deze 12 maanden.

Ja het is mogelijk om de subsidieregeling ook in te zetten bij statushouders die met de loonkostensubsidie aan het werk zijn. De loonkostensubsidie subsidieert namelijk andere zaken dan de SOWIS-regeling. De loonkostensubsidie is bedoeld om het verschil tussen de loonwaarde en het minimumloon te compenseren. Terwijl de SOWIS-regeling de extra begeleiding subsidieert die gericht is op het verkleinen van de taal- en cultuurverschillen.

De subsidie is bedoeld voor werkgevers en alleen zij kunnen de subsidie aanvragen. Gezien het feit dat gemeenten de wettelijke taak hebben om statushouders te begeleiden naar werk kan een inburgeringsconsulent de werkgevers adviseren en attenderen op de subsidie voor werkgevers. In aanvulling op het attenderen van deze subsidie kunnen zij ook andere financieringsbronnen inzetten om statushouders te begeleiden naar werk. Deze financieringsbronnen zijn gericht op het ondersteunen van werkgevers op het gebied van werving & selectie, opleiding en begeleiding.

De regeling Tel mee met Taal is voor iedereen die een lage taalvaardigheid, rekenvaardigheid of digitale vaardigheid hebben. De subsidieregeling ‘ondersteuning werkgevers inzet statushouders’ is alleen voor statushouders. Dit zijn vluchtelingen die een tijdelijke verblijfsvergunning asiel hebben.

In de SOWIS-regeling kan er geen subsidie worden gegeven als er alleen activiteiten zijn die de taalvaardigheid van statushouders verbeteren. Oók moeten er activiteiten worden ondernomen  om de cultuur op de werkvloer bij te brengen en er moet een vast aanspreekpunt voor de statushouder zijn.

Andere verschillen zijn:

• Bij de subsidieregeling Tel mee met Taal geldt een eigen bijdrage of bijdragen van derden van 33 procent voor gesubsidieerde activiteiten; Bij de SOWIS regeling is er geen verplichte eigen bijdrage.
• Bij de subsidieregeling Tel mee met Taal moet het verkrijgen van vaardigheden  onderdeel zijn van een  opleidingstraject; Voor de SOWIS-regeling moeten werkgevers onder andere verklaren dat zij de statushouder een arbeidscontract geven van minimaal één jaar met tenminste 20 uur per week
• Bij de subsidieregeling Tel mee met Taal moeten de deelnemers een gevalideerde toets overleggen. Er wordt alleen subsidie verstrekt aan personen met een taalreferentieniveau lager dan 2f; Bij de SOWIS regeling is er geen taalniveau vereiste.

Er kan geen subsidie meer worden aangevraagd voor de subsidieregeling ‘Tel mee met Taal’. Het aanvraagtijdvak is gesloten op 29 februari 2024.

Vanaf 2 juni 2025 kan subsidie worden aangevraagd voor de SOWIS-regeling.

Het is niet mogelijk om voor gesubsidieerde activiteiten die al vanuit de regeling Tel mee met Taal gesubsidieerd zijn, ook subsidie aan te vragen voor de SOWIS-regeling. Zie hiervoor artikel 4, lid c van de subsidieregeling.

Statushouders zijn gedefinieerd in de Vreemdelingenwet (artikel 8, onderdeel c en d) als vreemdelingen die beschikken over een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd of een verblijfvergunning asiel voor onbepaalde tijd. Het verblijfsdocument van de statushouder vermeldt de status. Statushouders die aanmerking komen hebben een verblijfsdocument type III (verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd) of type IV (verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd).

Ja, de subsidieregeling geldt ook voor overheidsorganisaties. Zowel private als publieke organisaties kunnen aanspraak maken op de subsidieregeling. De enige vereiste is dat een organisatie betaalde werknemers in dienst heeft.

Ja, voor de uitvoering van de activiteiten mag u gebruik maken van externe organisaties.

Voor het activiteitenplan is een format opgesteld. Hierin staan de vragen die beantwoord moeten worden. Ook is er aangegeven hoeveel punten er per vraag maximaal toegekend kunnen worden. Als u minimaal 11 punten behaalt, dan komt u in aanmerking voor de subsidie.

Ja dat kan, mits in de afgelopen drie boekjaren niet meer dan  €300.000 aan overheidssteun heeft ontvangen. Hierbij wordt gekeken naar alle vormen van financiële steun die zij van overheidsinstellingen hebben gekregen.

Alleen werkgevers komen in aanmerking die in de afgelopen drie boekjaren niet meer dan €300.000 aan overheidssteun hebben ontvangen. Sociaal ontwikkelbedrijven ontvangen voor het uitvoeren van hun publieke taak vaak al een bedrag van €300.000 of meer van overheidsinstanties. Daarom komen zij niet in aanmerking voor deze subsidieregeling.

De werkgever hoeft pas een overeenkomst met de statushouder aan te gaan zodra de subsidie is toegekend, omdat op het moment van aanvraag nog niet zeker is of de subsidie wordt verleend. Wel moet de werkgever bij de subsidieaanvraag verklaren dat hij bij toekenning van de subsidie een arbeidsovereenkomst met de statushouder zal sluiten.

Per uniek nummer dat door de Kamer van Koophandel is toegekend op grond van artikel 9, onderdeel a, van de Handelsregisterwet 2007, kan subsidie worden aangevraagd.

Ja dat kan. Er mag subsidie worden verstrekt aan vluchtelingen die beschikken over een verblijfvergunning asiel voor bepaalde tijd of een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd. Of zij zijn gehuisvest in een gemeente of nog verblijven op een asielzoekerscentrum maakt niet uit voor het aanvragen van deze subsidie.

Er kan geen subsidie worden aangevraagd voor statushouders die meer dan zes maanden voorafgaand aan de subsidieaanvraag betaalde arbeid hebben verricht. Vrijwilligerswerk is wél toegestaan. Volgens de Belastingdienst mag voor vrijwilligerswerk een vergoeding worden verstrekt, mits deze onder bepaalde grenzen blijft. De maximale vergoedingen zijn als volgt:

• 2025: maximaal €5,60 per uur, tot een maximum van €210 per maand en €2.100 per jaar;
• 2024: maximaal €5,50 per uur, tot een maximum van €210 per maand en €2.100 per jaar;
• 2023: maximaal €190 per maand en €1.900 per jaar.