2016EUSF2016 – Gemeente Goes – Sociale innovatie in Zeeland 16-18

Looptijd: 16 februari 2016 tot en met 15 februari 2018

Subsidie: € 189.880

Vanaf 1 januari 2015 kunnen alleen jongeren die duurzaam en volledig arbeidsongeschikt zijn nog instromen in de Wajong en hebben daarmee recht op een uitkering. Alle andere jongeren die niet rechtstreeks van school aan het werk gaan vallen onder de Participatiewet en daarmee rechtstreeks onder de gemeente. De sociale werkvoorziening is tevens gesloten voor nieuwe werknemers. De invoering van de Participatiewet ging gepaard met een korting op het totale budget. Daarmee kwam er minder geld beschikbaar om kwetsbare jongeren naar werk te begeleiden. Daarnaast is de arbeidsmatige dagbesteding overgeheveld van het rijk naar de gemeenten (van AWBZ naar WMO). Dit overigens ook inclusief een korting waardoor minder jongeren gebruik kunnen maken van deze vorm van dagbesteding. Tenslotte heeft de invoering van de entreeopleidingen binnen het MBO mogelijk geleid tot minder doorstroom naar het middelbaar beroepsonderwijs. Kortom, daar waar in het verleden sprake was van een groot sociaal- en zorgvangnet moeten kwetsbare (vroegtijdige) schoolverlaters uit het voortgezet speciaal onderwijs (vso), het praktijkonderwijs (PrO), het voortgezet onderwijs (vo) en het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) vanaf 1 januari 2015 in toenemende mate naar zo regulier mogelijke arbeid geleid worden om te voorkomen dat ze tussen wal en schip vallen. In dit kader zijn vanaf 2015, onder de regie van het Regionaal Bureau Leerlingzaken (RBL) en de Werkservicepunten (WSP’s) van de gemeenten, (tijdelijke) jobhunters aangesteld met als spcifieke taak om kwetsbare jongeren - daar waar de scholen dit niet meer alleen kunnen - te begeleiden en zo mogelijk toe te leiden naar een arbeidsplaats. Deze preventieve, additionele inzet van de jobhunters wordt vooral ingeroepen als de school zelf geen adequaat antwoord weet te vinden waar het gaat om het vinden van stage, werk en/of vervolgonderwijs voor jongeren uit het vso, PrO en de entreeopleiding en mbo-2 opleidingen die cognitief wel in staat zijn tot het halen van een startkwalificatie, maar door omstandigheden (tijdelijk) extra ondersteuning nodig hebben. De continuïteit van de inzet van de jobhunters staat onder druk omdat deze met projectbudgetten gefinancierd worden. Belangrijk doel van dit project om de inzet van jobhunters naar de toekomst te borgen door een methodiek te ontwikkelen waarbij de positie en inzet van deze functionarissen helder en verankerd is.

Dit project bestond uit de volgende vier deelactiviteiten.

  • Het ontwikkelen van een methodiek voor kennisoverdracht t.b.v. arbeidstoeleiding van
  • kwetsbare jongeren.
  • Het inrichten van een Werkregister.
  • Afstemming instrumentarium inschatting arbeidsvermogen en loonwaarde-bepaling.
  • De ontwikkeling van een overzicht van re-integratie instrumentarium voor werkgevers.

De kern van het project is gevormd door de activiteit 1, de methodiekontwikkeling die de permanente inzet van jobhunters borgt waarbij de taakinvulling en onderlinge samenwerking helder is voor alle partijen. De overige 3 deelactiviteiten zijn ondersteunend aan deze hoofdactiviteit.

1. Ontwikkeling methodiek
Per subregio is aan het begin van het project de rol van de jobhunter/trajectbegeleider/klantmanager in beeld gebracht. Steeds terugkerend fenomeen hierbij was de spraakverwarring door de vermenging en overlap van jobhunters, trajectbegeleiders en klantmanagers binnen de drie subregio’s. De taakinvulling verschilde sterk per regio, mede afhankelijk van wie de opdrachtgever is (RBL of WSP). Aan het begin van het project is veel tijd besteed aan het helder krijgen van de diverse rollen. Dit is gedaan door per subregio een bijeenkomst te plannen met de coördinator van het RBL, de jobhunters en stagebegeleiders van de PrO/vso scholen in de subregio om helder te krijgen op welke wijze de samenwerking tussen het RBL en de vso/pro scholen vorm gegeven is. Besproken werd wanneer een leerling in beeld komt bij de gemeente, welke taken de stagebegeleiders uitvoeren en welke taken de jobhunters uitvoeren. Als belangrijkste resultaat van het project kan de gelijkschakeling van de werkwijzen in de drie regio’s beschouwd worden. De bij het project betrokken jobhunters/trajectbegeleiders zijn gedurende het project op basis van onderling overleg over de afstemming van de werkzaamheden en de ervaringen tijdens het werk tot een uniforme werkwijze gekomen. De voorgestelde werkwijze is overgenomen door de leidinggevende en opgenomen in de schema’s zoals die op de volgende pagina’s zijn opgenomen. Hierdoor is het voor de scholen (en andere ketenpartners) eenduidig welke organisatie welke taken heeft en op welke wijze deze worden uitgevoerd en zijn geborgd. Voor alle subregio’s geldt echter dat jobhunting standaard opgenomen is in het takenpakket van de partners in de betreffende subregio, waarmee de inzet in de toekomst van deze functie formeel belegd is.

2. Inrichten Werkregister
Uitgangspunt van het Werkregister was om een groep werkgevers te verzamelen die op structurele basis willen samenwerken met het vso, PrO en mbo-onderwijs en decentrale overheid om laaggeschoold werk of afzonderlijke werkzaamheden bereikbaar te maken voor deze jongeren. Vooralsnog bestaat het werkregister uit meerdere lagen. De eerste laag betreft een lijst van bedrijven. De scholen leveren hiervoor de stagebedrijven aan. De WSP’s en scholen leveren hiervoor de bedrijven aan waarmee ze een samenwerking hebben of hebben gehad in het kader van de Banenafspraak. Op basis van deze lijst kunnen partijen dus al gebruik gaan maken van elkaars netwerk. De tweede laag bevat een lijst van vacatures, functies en taken voor personen uit het doelgroepregister. Ook hierbij staat weer de contactorganisatie vermeld. Als iemand uit het netwerk denkt dat hij een geschikte kandidaat kan leveren, kan hij contact met de contactorganisatie opnemen voor meer informatie en eventuele afspraken te maken over de aanlevering van de kandidaat. Deze lijst wordt gevuld door de stagebegeleiders met stages, door de inclusieve arbeidsanalisten met gecreëerde functies en taken en door de jobhunters met vacatures.

3. Afstemming instrumentarium inschatting arbeidsvermogen en loonwaarde-bepaling.    
Vanwege het ontbreken van een eenduidig kader en instrumentarium dat aansluit bij de werkwijze en het begrippenkader van het Sociale domein werd bij de overdracht van de leerling vanuit het onderwijs naar de gemeenten nog niet optimaal gebruik gemaakt van de in het onderwijs opgebouwde kennis over de jongeren. Naast het feit dat het vaak om extra werkzaamheden gaat, kan de nieuwe beoordeling ook leiden tot een andere inschatting dan tijdens het onderwijs is gemaakt. Dit laatste kan tevens tot de conclusie leiden dat de jongere niet doorstroomt naar de uitstroombestemming waarop hij/zij tijdens het onderwijs is voorbereid, met alle gevolgen en toekomstige kosten van dien. Om dit te voorkomen was de doelstelling dat binnen het project een gezamenlijk transitiedocument zou worden ontwikkeld. Er is op basis van een inventarisatie van de (wettelijk verplichte) overdrachtsdocumenten van het vso en documenten van de Oosterschelderegio door deze werkgroep een gezamenlijk transitiedocument opgesteld die scholen gaan gebruiken bij de overdracht van leerlingen naar gemeenten en UWV. Er is afgesproken om het ontwikkelde transitiedocument vanaf 2017-2018 in te zetten bij de informatie-uitwisseling tussen scholen en gemeenten bij uitstromende leerlingen voor wie dit van toepassing is.

4. Overzicht re-integratie instrumentarium voor werkgevers
Tijdens het project zou een helder overzicht van ter beschikking staande re-integratie instrumenten opgesteld worden om het voor werkgevers aantrekkelijker te maken mee te werken aan arbeidsinpassing van kwetsbare jongeren. Dit inclusief een overzicht van beschikbaar instrumentarium voor de specifieke doelgroep 16-18 jarigen (onder meer jobcoaching) voor wie arbeidsinpassing de meest aangewezen uitstroombestemming is. Onder de vlag van Aan de slag in Zeeland is in augustus/september 2016 de brochure ‘Handreiking aan werkgever’ gepubliceerd. In deze handreiking worden de tegemoetkomingen van de overheid aan werkgevers rondom de banenafspraak – zoals de no-riskpolis, loonkostensubsidie en proefplaatsing – beschreven. Deze brochure werd gebruikt door de jobhunters van de WSP’s. Echter, deze brochure is ook zeer bruikbaar voor de stagebegeleiders van de scholen. Besloten is de brochure te updaten en de nieuwe versie ook onder de scholen te verspreiden. Daarnaast is het werkboekje 2018 ontwikkeld welke in dit kader binnen het SITS project verspreid is onder de scholen, de wsp’s en de rbl’s. In dit praktische naslagwerk wordt alle terminologie rondom arbeidstoeleiding en dagbesteding, inclusief wet- en regelgeving op een heldere en compacte manier geduid.

Eindproducten