3.2.2 Toerekening van de kosten

Als de factuur betrekking heeft op zowel ESF-deelnemers als niet ESF-deelnemers kan alleen dat deel van de kosten worden opgenomen dat betrekking heeft op ESF-deelnemers. Indien de periode waarop de kosten betrekking hebben de projectperiode overschrijdt, moeten de kosten aan de subsidiabele projectperiode toegerekend worden. U dient aan te geven hoe de toerekening van de kosten heeft plaats­gevonden, bij voorkeur (en indien mogelijk) op de factuur.

De leverancier van de dienst dient duidelijk op de factuur aan te geven wanneer deze dienst is geleverd en voor welke deelnemer (s). Ook verdient het de aanbeveling de naam of het nummer van het ESF-project op de factuur te laten vermelden door de leverancier.

Voorbeeld:
Een gemeente organiseert een re-integratietraject dat in aanmerking komt voor ESF-financiering. Het traject loopt van 1 september 2014 tot en met 31 augustus 2015. De totale kosten voor het traject bedragen € 240.000,-.

De ESF-projectperiode loopt van 1 april 2014 tot en met 31 maart 2015 dit betekent dat
7 maanden van het traject in de projectperiode vallen. Het traject is gegeven aan een groep van 10 deelnemers waarvan 6 ESF-deelnemers. De prestatie is aangetoond aan de hand van onderbouwende documenten.

De subsidiabele worden kosten als volgt berekend: ( € 240.000 * 7/12 * 6/10) = € 84.000