Vragen en antwoorden

Deze vragen en antwoorden gaan alleen over de subsidieregeling maatschappelijke initiatieven trans-Atlantisch slavernijverleden voor Europees Nederland. Het doel van de regeling is om maatschappelijke initiatieven te ondersteunen voor nazaten van tot slaafgemaakten in Europees Nederland, het Caribische deel van het Koninkrijk en in Suriname. Voor projecten in het Caribisch deel van het Koninkrijk is er een eigen regeling en voor Suriname loopt een apart proces.

Er kan subsidie worden aangevraagd voor activiteiten en maatschappelijke initiatieven (projecten) die bijdragen aan éen of meer van de volgende doelen:

• Begrip van de doorwerking van het slavernijverleden vergroten en het tegengaan van de gevolgen van de doorwerking van het slavernijverleden in het heden;
• Verwerking van het slavernijverleden bevorderen;
• Kennis en bewustwording over het slavernijverleden stimuleren;
• Erkenning en herdenking van het slavernijverleden faciliteren.
            

Ook kan er subsidie aangevraagd worden voor het professionaliseren van de eigen organisatie door middel van scholing en/of het bouwen van een website, en voor het onder de aandacht brengen van activiteiten met betrekking tot het slavernijverleden.

Rechtspersonen zonder winstoogmerk gevestigd in het Europees deel van Nederland kunnen een aanvraag indienen. Het gaat daardoor om organisaties die ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel in Nederland, zoals stichtingen, verenigingen en kerkgenootschappen.
Natuurlijke personen en op winst gerichte organisaties komen niet in aanmerking voor de subsidie.
 

Voor de regeling maatschappelijke initiatieven trans-Atlantisch slavernijverleden voor Europees Nederland is 29,3 miljoen euro beschikbaar.
 

Er zijn vier categorieën met ieder twee tijdvakken over een periode van 4 jaar. Een tijdvak is een bepaalde periode waarin de subsidie aangevraagd kan worden.  Het subsidieplafond van 29,3 miljoen euro is als volgt verdeeld:

Categorie 1 – professionaliseren organisatie

• Tijdvak 1: €1.000.000
• Tijdvak 2: €1.000.000

Categorie 2 – kleinschalige maatschappelijke initiatieven

• Tijdvak 1: €4.000.000
• Tijdvak 2: €4.000.000

Categorie 3 – middelgrote maatschappelijke initiatieven 

• Tijdvak 1: €3.500.000
• Tijdvak 2: €3.500.000

Categorie 4 – grootschalige maatschappelijke initiatieven

• Tijdvak 1: €6.333.333
• Tijdvak 2: €6.000.000
   

Voor categorie 1 komen de volgende kosten in aanmerking voor subsidie:

- Externe kosten voor het uitvoeren van de subsidiabele activiteiten door een externe partij. Dit zijn kosten waarvoor uw organisatie een factuur krijgt. Omdat de subsidie voor categorie 1 een vast bedrag is van € 5.000 moet u voor minimaal € 4.348 aan kosten voor scholing en/of de website maken waarvoor u facturen ontvangt en bewaart.

- 15% toeslag overhead voor de subsidie van overige gemaakte kosten van de subsidiabele kosten. Dit is een extra bedrag dat u krijgt voor andere kosten die u maakt. Hieronder wordt dat toegelicht.

Voor categorieën 2,3,4 komen hiernaast ook de volgende kosten in aanmerking voor subsidie:

- Vrijwilligersvergoeding conform het door de Belastingdienst toegestane tarief (in 2025 is dat € 5,60 per uur, maximaal € 210 per maand en maximaal € 2.100 per jaar);

- Directe loonkosten voor mensen in dienst van uw organisatie voor de uren die ze besteden aan het project, waarvoor een vastgesteld uurtarief van € 65,- wordt gehanteerd;

- In aanvulling op de kosten ontvangt u een vaste  vergoeding voor de uren die er nodig waren voor het opstellen van het projectplan en/of het inzetten van een subsidieadviseur daarvoor en het indienen van een aanvraag, ten hoogte van:

• Projecten binnen categorie 2: € 1.000,-
• Projecten binnen categorie 3: € 2.500,-
• Projecten binnen categorie 4: € 3.750,-

- Kosten voor een externe adviseur, die u inhuurt voor de realisatie van uw project, met een vooraf vastgesteld uurtarief van maximaal € 135,-, exclusief btw.

- Voor projecten met een subsidiebedrag van €125.000 of hoger, zijn de kosten voor een controleverklaring door een accountant ook subsidiabel. Het gaat om een vaste vergoeding van € 10.000,-.

Als u een begroting maakt van de subsidiabele kosten die uw organisatie gaat maken voor de uitvoering van uw project, dan krijgt u over dat bedrag een vaste opslag van 15%. Met dat bedrag, de overhead, kunt u andere kosten betalen. Zoals reis- en transportkosten, catering, kantoorkosten en aanschaf van materialen. Voor deze kosten, die onder de overhead vallen, hoeft u geen administratie bij te houden. Voor de professionaliseringssubsidie (categorie 1) geldt dat de overhead € 652 bedraagt, omdat de subsidie ook een vast bedrag is.

Verschuldigde btw komt uitsluitend voor subsidie in aanmerking als de aanvrager de btw niet kan verrekenen met de af te dragen omzetbelasting.
 

• Activiteiten voor een project binnen categorie 1 moeten binnen 12 maanden zijn afgerond.
• Activiteiten voor een project binnen categorie 2 moeten binnen 12 maanden zijn afgerond.
• Activiteiten voor een project binnen categorie 3 moeten binnen 48 maanden zijn afgerond.
• Activiteiten voor een project binnen categorie 4 moeten binnen 48 maanden zijn afgerond. 
   

Als er minder aanvragen zijn binnengekomen dan waarvoor geld beschikbaar is worden de subsidieaanvragen behandeld op volgorde van ontvangst. Iedereen komt dan aan de beurt, op volgorde van binnenkomst. 
Zijn er meer aanvragen gedaan dan waarvoor er geld is dan zal er een loting plaatsvinden. Op die manier heeft elke aanvrager evenveel kans om in aanmerking te komen. De uitkomst van de loting bepaalt dan de behandelvolgorde. De loting vindt plaats door een notaris. In alle gevallen is het dus zo dat u gedurende het gehele tijdvak een aanvraag kunt indienen, het maakt niet uit op welk moment u dat doet.
 

Voor de volgende minimale en maximale subsidiebedragen kan een aanvraag voor worden ingediend:

• Categorie 1: subsidie is een vast bedrag, € 5.000,–.
• Categorie 2: subsidie bedraagt minimaal € 5.000,– tot € 25.000,–.
• Categorie 3: subsidie bedraagt minimaal € 25.000,– tot € 125.000,–.
• Categorie 4: subsidie bedraagt minimaal € 125.000,– en ten hoogste € 500.000,–.
   

Alle informatie vindt u op de webpagina Subsidieregeling Maatschappelijke initiatieven trans-Atlantisch slavernijverleden voor Europees Nederland van SZW/Uitvoering Van Beleid.
Mocht u het antwoord op uw vraag echter niet vinden dan kunt u contact met ons opnemen.

Kijk op de Aanvraagpagina van Subsidieregeling Maatschappelijke initiatieven trans-Atlantisch slavernijverleden voor Europees Nederland voor de stappen die genomen moeten worden om een aanvraag in te dienen.

Een account aanmaken en registreren kan vanaf 1 juli 2025: daarvoor is geen E-erkenning nodig.

De eerste subsidies voor categorie 1 kunnen tussen 11 augustus 2025, 09.00 uur tot 12 september 2025, 17.00 uur aangevraagd worden met het elektronisch formulier op het subsidieportaal van Uitvoering Van Beleid. Dit traject verloopt volledig digitaal.
 

Een aanvraag kan alleen worden ingediend door een rechtspersoon zonder winstoogmerk gevestigd in Europees Nederland via het elektronisch aanvraagformulier in het subsidieportaal. 

Voor het aanvragen van een professionaliseringssubsidie (categorie 1) geldt een aanvullend vereiste:

• uit uw statuten moet blijken dat u zich bezighoudt met activiteiten op het gebied van het trans-Atlantisch slavernijverleden; 
• of, als dit niet uit uw statuten blijkt, dan moet u kunnen aantonen dat u eerder al of inmiddels activiteiten heeft uitgevoerd in het kader van het trans-Atlantisch slavernijverleden. 

Uw aanvraagformulier moet ondertekend zijn door een functionaris (bestuurder) die op grond van de statuten bevoegd is om de subsidieaanvraag in te dienen (een functionaris die enkel gezamenlijk bevoegd is met anderen, heeft een machtiging van hen nodig).

Uw project moet minstens één of meer van de volgende doelen dienen: 
a.    Het verwerven van een beter begrip van de doorwerking van het slavernijverleden en het tegengaan van de gevolgen van de doorwerking van het slavernijverleden in het heden;
b.    De verwerking van het slavernijverleden;
c.    Het bevorderen van kennis en bewustwording over het slavernijverleden; of
d.    De erkenning en herdenking van het slavernijverleden.
 

Alleen volledige subsidieaanvragen worden in behandeling genomen, dat wil zeggen dat alle verplichte documenten aangeleverd zijn. Indien uw aanvraag onvolledig is, vraagt Uitvoering Van Beleid u de informatie aan te vullen. Niet volledige aanvragen worden, nadat de aanvraag alsnog volledig is gemaakt, achteraan de behandelvolgorde geplaatst. Dit kan invloed hebben op de toekenning van subsidie als er meer aanvragen zijn ingediend dan waarvoor geld beschikbaar is. Zorg er dus voor dat uw aanvraag bij indiening compleet is. 

Uitvoering Van Beleid heeft na het sluiten van het tijdvak drie maanden de tijd om daarover te besluiten. Als de Adviescommissie geraadpleegd wordt, is die termijn 2 maanden langer. De tijd die u nodig heeft om eventuele aanvullende vragen te beantwoorden mag daarbij worden opgeteld. Uitvoering Van Beleid streeft ernaar om een aanvraag zo snel mogelijk te beoordelen.

Uitvoering Van Beleid bekijkt of uw aanvraag voldoet aan de gestelde voorwaarden zoals genoemd in de regeling. Het gaat dan om de aansluiting van het projectvoorstel op de doelen van de regeling, de subsidiabiliteit en redelijkheid van de begrote kosten, de haalbaarheid van het project etc. Voor de professionaliseringssubsidie gaat het om een toets van de gekozen scholing voor bestuurders en/of werknemers en de redelijkheid van de kosten voor de scholing en/of de (ver-)bouw van de website. 
 

Voor categorie 1 dient u de volgende bijlage(n) mee te sturen bij het indienen van een aanvraag:
- Een bewijs dat het bankrekeningnummer op naam van de aanvragende organisatie staat;
-Indien van toepassing, een machtigingsformulier. Hier is sprake van als:

• u zelf niet zelfstandig bevoegd bent om een aanvraag in te dienen;
• de aanvraag wordt ingediend door een subsidieadviseur/externe partij.

Voor categorieën 2, 3 en 4 dienen de volgende bijlagen te worden meegeleverd bij de aanvraag:
- Een activiteitenplan
- Een begroting
- Een bewijs dat het bankrekeningnummer op naam van de aanvragende organisatie staat;
- Indien van toepassing, een machtigingsformulier. Hier is sprake van als:

• u zelf niet zelfstandig bevoegd bent om een aanvraag in te dienen;
• de aanvraag wordt ingediend door een subsidieadviseur/externe partij.
   

Voor categorieën 2, 3 en 4 dient u bij uw aanvraag een activiteitenplan mee te sturen.
Het activiteitenplan bevat in ieder geval:

• Een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, hoe deze ten goede van de nazaten van tot slaafgemaakten komen en hoe deze activiteiten aansluiten op de doelen van de regeling;
• Een omschrijving van het projectteam; 
• Een beschrijving van de inhoud, omvang, doelgroep, kosten en duur van uitvoering van de activiteiten;
• Een gedetailleerde planning.

U gebruikt voor het activiteitenplan het voorgeschreven format ‘Activiteitenplan’ dat u vindt op Uitvoeren en verantwoorden.
 

Ja, u kunt een aanvraag indienen voor alleen éen categorie. U bent niet verplicht om een aanvraag voor alle vier de categorieën in te dienen.
 

In de begroting geeft u een overzicht van de verwachte kosten. U gebruikt hiervoor het voorgeschreven format ‘Begroting’ dat u vindt op Uitvoeren en verantwoorden.

Let op: lees de instructie in de begroting goed door.

In de begroting vult u eerst per regel kolom A, vervolgens kolom B en dan kolom C in.

In kolom B geeft u de naam van de activiteit. In kolom C selecteert u de activiteit. Vervolgens omschrijft u de activiteit in kolom D. Let daarbij op artikel 8, artikel 9 en de toelichting van de regeling (subsidiabele activiteiten). In kolom E selecteert u de kostensoort. 

Vervolgens vult u in kolom F het interne/externe uurtarief in en het aantal bestuursleden/medewerkers in loondienst/vrijwilligers in kolom G. De overige kolommen worden automatisch berekend. 
 

Als uw aanvraag voor categorie 1 (professionaliseren organisatie) of categorie 2 (kleinschalige maatschappelijke initiatieven) is goedgekeurd, vindt een 100% bevoorschotting plaats.

Als uw aanvraag voor categorie 3 (middelgrote maatschappelijke initiatieven) of categorie 4 (grootschalige maatschappelijke initiatieven) is goedgekeurd, vindt een bevoorschotting plaats per half jaar gedurende de looptijd van uw activiteit. 
 

Voor aanvragen van de subsidieregeling maatschappelijke initiatieven trans-Atlantisch slavernijverleden voor Europees Nederland kunt u uw aanvraag in het Nederlands indienen.
 

De tekenbevoegde moet zelfstandig bevoegd zijn volgens de KVK-gegevens voor het indienen van de subsidieaanvraag. Is dat niet het geval, dan dient u een machtiging toe te voegen bij uw aanvraag.

• Indien de tekenbevoegde gezamenlijk bevoegd is volgens de KVK-gegevens, moet deze voor het indienen van de subsidieaanvraag gemachtigd zijn door een van de personen met wie hij/zij gezamenlijk bevoegd is.
• Indien een derde partij de subsidieaanvraag namens de subsidieaanvrager indient, moet deze daarvoor gemachtigd zijn door een tekenbevoegde functionaris van de subsidieaanvrager. 

In het machtigingsformulier moeten in ieder geval de volgende gegevens komen te staan:

• Naam bestuurslid die machtiging afgeeft
• Functie bestuurslid die machtiging afgeeft
• Handtekening bestuurslid die machtiging afgeeft
• Naam gemachtigde
• Functie gemachtigde
• Handtekening gemachtigde
• Datum ondertekening bestuurslid en gemachtigde

 
Reikwijdte machtiging
Ook moet vermeld worden waartoe de bovengenoemde persoon/organisatie gemachtigd wordt:

• het indienen van de aanvraag;
• eventueel aanvullend ook het uitvoeren van alle gerelateerde (rechts-) handelingen in verband met deze aanvraag tot en met de verlening/vaststelling;
• eventueel aanvullend ook het uitvoeren van alle daartoe benodigde rechtshandelingen in geval van een eventueel te voeren bezwaar- en beroepsprocedure.

Op de pagina Uitvoeren en verantwoorden vindt u een format van het machtigingsformulier die u kunt gebruiken.  

Onder categorie 1 kunt u alleen subsidie aanvragen voor:

• een opleiding, cursus of training; deze activiteit is bedoeld voor de bestuursleden van de organisatie van de aanvrager en gericht op het vergroten van kennis en vaardigheden voor het uitoefenen van hun bestuurlijke taken of de inrichting of verbetering van de administratieve organisatie van de aanvrager;
• een opleiding, cursus of training; deze activiteit is bedoeld voor de werknemers in loondienst bij de organisatie van de aanvrager en is gericht op de inrichting of verbetering van de administratieve organisatie van de aanvrager;
• het bouwen of verbeteren van de website van aanvrager met als doel om activiteiten die aansluiten op de doelen, genoemd in artikel 2 van de regeling, onder de aandacht te brengen.
   

Voor categorie 1 kunt u subsidie aanvragen tijdens de volgende tijdvakken 

• Eerste tijdvak: 11 augustus 2025, 09.00 uur, tot 12 september 2025, 17.00 uur.
• Tweede tijdvak: 1 juli 2027, 09.00 uur tot 2 augustus 2027, 17.00 uur.

    Per categorie zijn er twee aanvraagtijdvakken. U kunt enkel in deze tijdvakken een     subsidieaanvraag indienen.

Let op: de aanvraagtijdvakken kunnen door omstandigheden worden gewijzigd. Raadpleeg de subsidieregeling voor het meest actuele overzicht.
 

De subsidiabele activiteiten voor categorie 1 hebben een maximale looptijd van 1 jaar.

Nee, dat hoeft niet, deze subsidies worden ambtshalve vastgesteld. Dit betekent dat, nadat de subsidiabele activiteiten (binnen één jaar) zijn verricht, de subsidie wordt vastgesteld zonder dat daarvoor een specifieke verantwoording nodig is. UVB voert een steekproef uit onder de aanvragers; als u in de steekproef valt moet u kunnen aantonen dat u de activiteiten hebt uitgevoerd.
 

Onder categorie 2 kunt u alleen subsidie aanvragen voor:

• Projecten om de veerkracht van de gemeenschap tegen discriminatie en racisme te vergroten;
• Projecten ter bevordering van gezondheid en welzijn van de gemeenschap in relatie tot het slavernijverleden;
• Projecten die zich richten op het delen van geschiedenis met betrekking tot slavernij;
• Het organiseren van bijeenkomsten, lezingen, seminars en paneldiscussie die de dialoog en begrip over het slavernijverleden bevorderen;
• Het organiseren van evenementen die bijdragen aan de verwerking van het slavernijverleden;
• Projecten voor educatie, waaronder de ontwikkeling van lesmateriaal, het maken en geven van workshops en het maken of ontwikkelen van digitale platforms;
• Kunstuitingen, waaronder tentoonstellingen en voorstellingen.

Voor categorie 2 kunt u subsidie aanvragen tijdens de volgende tijdvakken

• Eerste tijdvak: 3 november 2025, 09.00 uur tot 3 december 2025, 17.00 uur.
• Tweede tijdvak: 3 april 2028, 09.00 uur tot 3 mei 2028, 17.00 uur.

De subsidiabele activiteiten voor categorie 2 hebben een maximale looptijd van 1 jaar.

 

Nee, dat hoeft niet, deze subsidies worden ambtshalve vastgesteld. Dit betekent dat, nadat de subsidiabele activiteiten (binnen één jaar) zijn verricht, de subsidie wordt vastgesteld zonder dat daarvoor een specifieke verantwoording nodig is. UVB voert een steekproef uit onder de aanvragers; als u in de steekproef valt moet u kunnen aantonen dat u de activiteiten hebt uitgevoerd.

Onder categorie 3 kunt u alleen subsidie aanvragen voor:

• Projecten om de veerkracht van de gemeenschap tegen discriminatie en racisme te vergroten;
• Projecten ter bevordering van gezondheid en welzijn van de gemeenschap in relatie tot het slavernijverleden;
• Projecten die zich richten op het delen van geschiedenis met betrekking tot slavernij;
• Het organiseren van bijeenkomsten, lezingen, seminars en paneldiscussie die de dialoog en begrip over het slavernijverleden bevorderen;
• Het organiseren van evenementen die bijdragen aan de verwerking van het slavernijverleden;
• Projecten voor educatie, waaronder de ontwikkeling van lesmateriaal, het maken en geven van workshops en het maken of ontwikkelen van digitale platforms;
• Kunstuitingen, waaronder tentoonstellingen en voorstellingen.

Voor categorie 3 kunt u subsidie aanvragen tijdens de volgende tijdvakken (onder voorbehoud):

• Eerste tijdvak: 1 april 2026, 09.00 uur tot 1 mei 2026, 17.00 uur.
• Tweede tijdvak: 1 april 2027 09.00 uur tot 3 mei 2027, 17.00 uur.

De subsidiabele activiteiten voor categorie 3 hebben een maximale looptijd van 4 jaar.

Onder categorie 4 kunt u alleen subsidie aanvragen voor:

• Projecten om de veerkracht van de gemeenschap tegen discriminatie en racisme te vergroten;
• Projecten ter bevordering van gezondheid en welzijn van de gemeenschap in relatie tot het slavernijverleden;
• Projecten die zich richten op het delen van geschiedenis met betrekking tot slavernij;
• Het organiseren van bijeenkomsten, lezingen, seminars en paneldiscussie die de dialoog en begrip over het slavernijverleden bevorderen;
• Het organiseren van evenementen die bijdragen aan de verwerking van het slavernijverleden;
• Projecten voor educatie, waaronder de ontwikkeling van lesmateriaal, het maken en geven van workshops en het maken of ontwikkelen van digitale platforms;
• Kunstuitingen, waaronder tentoonstellingen en voorstellingen.

Daarnaast geldt ook om in aanmerking te komen voor subsidie onder categorie 4 dat uw activiteiten:

• Een blijvende of langdurige impact moeten hebben, of
• Een groot bereik moeten hebben die het slavernijverleden en de gedeelde geschiedenis zichtbaar maken.

Voor categorie 4 kunt u subsidie aanvragen tijdens de volgende tijdvakken:

• Eerste tijdvak:1 april 2026, 09.00 uur tot 1 mei 2026, 17.00 uur.
• Tweede tijdvak: 1 april 2027, 09.00 uur tot 3 mei 2027, 17.00 uur.

De subsidiabele activiteiten voor categorie 4 hebben een maximale looptijd van 4 jaar.

U kunt starten zodra u schriftelijk goedkeuring op uw aanvraag heeft ontvangen van Uitvoering Van Beleid. Dit gebeurt door middel van een verleningsbeschikking. In de verleningsbeschikking staat de startdatum van de periode waarbinnen de projectactiviteiten worden uitgevoerd en subsidiabele kosten worden gemaakt. De uitvoering moet binnen drie maanden gestart zijn. Alleen de kosten die in de projectperiode zijn gemaakt komen voor subsidie in aanmerking.
 

Dat is op dit moment nog niet bekend.

Als de minister van BZK het voornemen heeft om een aanvraag voor categorie 3 of 4 af te wijzen omdat het project niet voldoende zou aansluiten op de doelen van de regeling, zal hij eerst advies daarover inwinnen bij de adviescommissie. Het advies van de commissie wordt openbaar gemaakt. Alle aanvragen worden dus in eerste instantie door UVB beoordeeld, enkel als er twijfel is of een project onder deze subsidieregeling valt, wordt aan de adviescommissie gevraagd om daar een oordeel over te geven.

Alleen voor een project dat langer dan 12 maanden duurt, dient u binnen acht weken na afloop van deze periode een voortgangsrapportage in het voorgeschreven format in. Het format voor deze voortgangsrapportage zal op de pagina Uitvoeren en verantwoorden komen te staan.

Een verzoek tot vaststelling van subsidie dient u binnen 22 weken na afloop van de projectperiode in. U gebruikt hiervoor een daartoe door de minister elektronisch beschikbaar gesteld formulier.

Het verzoek tot vaststelling omvat middels een voorgeschreven format, een verslag van de uitgevoerde activiteiten met een overzicht van de kosten per activiteit. Het voorgeschreven format voor de eindrapportage zal op de pagina Uitvoren en verantwoorden komen te staan

Als de verleende subsidie, exclusief de accountantskosten bedoeld in artikel 9 ‘Subsidiabele kosten’ lid 2, € 125.000, – of meer bedraagt, dus voor categorie 4, is er bij de vaststelling ook een controleverklaring nodig. Een accountant stelt deze verklaring op volgens een voorgeschreven protocol.

Het accountantsprotocol wordt op de website gepubliceerd op de pagina Uitvoeren en verantwoorden. 

U dient de gevoerde administratie tot vijf jaar na de datum van de beschikking tot subsidievaststelling te bewaren. Dit kunt u terugvinden in het Kaderbesluit BZK-subsidies onder artikel 21 onderdeel h.