Overzicht aanvraagcriteria

Op deze pagina is een samenvatting opgenomen van de eisen waaraan een aanvraag moet voldoen. Voor de precieze vereisten dient u de subsidieregeling te raadplegen.

Aanvragers

Subsidie op grond van deze regeling kan worden aangevraagd door samenwerkingsverbanden van sectoren, werkgeversverenigingen, werknemersverenigingen, O&O-fondsen en andere betrokkenen. Een samenwerkingsverband kan worden georganiseerd binnen een of meer sectoren of binnen een of meer branches. De hoofdaanvrager dient gemachtigd te zijn om de andere partijen in het samenwerkingsverband in en buiten rechte te vertegenwoordigen.

Categorieën subsidiabele activiteiten

Subsidiabele activiteiten zijn in deze regeling het aan werkenden geven van trajecten bestaande uit één of meer van de volgende activiteiten: Ontwikkeladvies, begeleiding, scholing en/of een EVC-procedure, waarbij:

Ontwikkeladvies:

Elke ontwikkeladviesactiviteit een waarde heeft van ten minste € 700.

Begeleiding:

Categorie I begeleiding betreft, waarbij geldt dat elke begeleidingsactiviteit:

  1. ten minste 5 uren  aan de deelnemer wordt aangeboden; en
  2. een waarde heeft van ten minste € 500,00.

Categorie II begeleiding betreft, waarbij geldt dat elke begeleidingsactiviteit:

  1. ten minste 10 uren  aan de deelnemer wordt aangeboden; en
  2. een waarde heeft van ten minste € 1.000,00.

Scholing:

Categorie C 1 een scholingsactiviteit betreft, waarbij geldt dat elke scholing:

  1. een studiebelasting van minimaal 8 uur heeft; en
  2. een waarde heeft van ten minste € 75,00.

Categorie C 2 een scholingsactiviteit betreft, waarbij geldt dat elke scholing:

  1. een studiebelasting van minimaal 8 uur heeft; en
  2. een waarde heeft van ten minste € 150,00.

Categorie C 3 een scholingsactiviteit betreft, waarbij geldt dat elke scholing:

  1. een studiebelasting van minimaal 16 uur heeft;
  2. persoonlijke begeleiding en ondersteuning aan de deelnemer biedt; en
  3. een waarde heeft van ten minste € 500,00.

Categorie C 4 een scholingsactiviteit betreft, waarbij geldt dat elke scholing:

  1. is gericht op afsluiting door de deelnemer met een certificaat of diploma op middelbaar of hoger onderwijsniveau of een branche- of sector-erkend certificaat of diploma;
  2. persoonlijke begeleiding en ondersteuning aan de deelnemer biedt; en
  3. een waarde heeft van ten minste € 1.250,00.

EVC:

Elke EVC-procedure een waarde heeft van ten minste € 1.250,00.

Algemene eisen subsidiabele activiteiten

De activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd moeten voldoen aan de eisen uit de regeling (artikel 4 t/m 12). Zonder volledig te zijn, volgt hieronder een samenvattend overzicht van de gestelde eisen aan de verschillende activiteiten:

Ontwikkeladvies:

1a. Als een activiteit als bedoeld in artikel 3 van de regeling, eerste lid, onderdeel a, van de regeling wordt uitgevoerd door een loopbaanadviseur die werkzaam is in een dienstverband met een partij in het samenwerkingsverband, draagt het samenwerkingsverband er zorg voor dat deze loopbaanadviseur speciaal voor deze activiteit wordt vrijgesteld van zijn overige werkzaamheden in dienst van betrokken partij binnen het samenwerkingsverband;

b. Een loopbaanadviseur wordt geacht aan de eisen van artikel 4 van de regeling in het eerste lid, onderdelen a en c, te hebben voldaan, wanneer hij is geregistreerd bij Noloc als Noloc Erkend Loopbaanprofessional of bij Noloc is geregistreerd als Register Loopbaanprofessional;

c. Een loopbaanadviseur, gevestigd in een van de andere lidstaten van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland, die een opleiding heeft afgerond overeenkomstig de opleiding, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en overigens voldoet aan het eerste lid, onderdelen b en c, wordt gelijkgesteld met de loopbaanadviseur, bedoeld in het eerste lid.

Begeleiding:

2a. Een begeleidingsactiviteit is gericht op het verkrijgen door de deelnemer van ander werk of het behoud van werk en omvat in elk geval een of meer van de volgende activiteiten;

  1. advisering;
  2. coaching;
  3. organiseren; of
  4. bemiddeling.

b. Activiteiten als bedoeld in het eerste lid worden uitgevoerd door een begeleider;

c. Als een activiteit als bedoeld in het eerste lid wordt uitgevoerd door een begeleider die werkzaam is in een dienstverband met een partij in het samenwerkingsverband, draagt het samenwerkingsverband er zorg voor dat deze begeleider speciaal voor deze activiteit wordt vrijgesteld van zijn overige werkzaamheden in dienst van betrokken partij binnen het samenwerkingsverband.

Scholing:

3a. Een samenwerkingsverband organiseert scholing in een van de categorieën, genoemd in artikel 9 van de regeling, die wordt gegeven door een opleider die voldoet aan artikel 11 van de regeling;

b. Als een activiteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel c, van de regeling wordt uitgevoerd door een opleider die werkzaam is in een dienstverband met een partij in het samenwerkingsverband, draagt het samenwerkingsverband er zorg voor dat deze opleider speciaal voor deze activiteit wordt vrijgesteld van zijn overige werkzaamheden in dienst van betrokken partij binnen het samenwerkingsverband;

c. Het scholingsaanbod voldoet aan de volgende eisen:

  1. de scholing is arbeidsmarktrelevant;
  2. de scholing is gericht op het verkrijgen door de deelnemer van ander werk of het behoud van werk;
  3. de scholing valt onder een categorie als bedoeld in artikel 9 van de regeling;
  4. de scholing werd in de periode van twaalf maanden voorafgaand aan de publicatie van deze regeling aangeboden door dezelfde opleider.

d. De subsidieaanvrager omschrijft in de subsidieaanvraag de doelstellingen waarbinnen de scholing moet passen en geeft per categorie scholing als bedoeld in artikel 9 van de regeling en waarvoor subsidie wordt aangevraagd een of enkele voorbeelden van concrete scholing die daar in ieder geval onder zal vallen.

EVC-procedure:

4a. Activiteiten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel d, van de regeling worden uitgevoerd door een EVC-aanbieder;

b. Een EVC-procedure is gericht op het verkrijgen door de deelnemer van ander werk en omvat in elk geval een of meer van de volgende activiteiten:

  1. een intake;
  2. het opbouwen van een portfolio;
  3. een persoonlijk assessment.

c. Een EVC-procedure voorziet in de erkenning door de EVC-aanbieder van de werkervaring en de kennis van de deelnemer, in de vorm van een ervaringscertificaat.


Opleiders

De opleiders die de activiteiten gaan uitvoeren moeten voldoen aan de volgende eisen:

De opleider verklaart dat hij voldoet aan de eisen van bijlage 3 behorend bij artikel 11 van de regeling, eerste lid, en kan dit bewijzen op het moment dat de minister aanleiding heeft om de verklaring te controleren. In het geval van een aanvraag door een samenwerkingsverband verklaart de hoofdaanvrager namens alle opleiders in het samenwerkingsverband dat deze voldoen aan deze eisen. De eisen die in de bijlage zijn opgenomen zijn:

  • De opleider dient te beschikken over het diploma, het keurmerk of het certificaat op basis waarvan hij kan aantonen dat hij voor de scholing die hij gaat geven over de juiste kwalificaties, kennis en vaardigheden beschikt.
  • De opleider moet in staat zijn om in korte tijd te kunnen voldoen aan de scholingsvraag. Dat wil zeggen dat de opleider aan de hand van eerdere activiteiten moet kunnen aantonen te kunnen voldoen aan de opdracht een aantal scholingsactiviteiten te geven, zowel qua duur als qua tijdsbeslag.
  • De opleider moet de scholing [1] in ieder geval in de Nederlandse taal aanbieden.
  • De opleider zet zich actief in om de scholingsactiviteiten waarvoor het samenwerkingsverband subsidie verleend heeft gekregen onder de aandacht te brengen van werkzoekenden binnen het bereik van het samenwerkingsverband. Bedoeling hiervan is dat de opleider in samenwerking met de (andere) partijen uit het samenwerkingsverband via hun communicatiekanalen werkenden informeert over de mogelijkheid om kosteloos scholing te volgen.
  • Het samenwerkingsverband moet ondersteuning bieden aan werkenden bij het zoeken naar geschikte scholing, daarbij gesteund door gecontracteerde opleiders, via bijvoorbeeld helpdesk en geavanceerde zoekfuncties. Op het moment dat een werkende door het samenwerkingsverband is aangewezen om scholing te volgen gericht op verbetering van zijn arbeidsmarktpositie en bij zijn keuze om te scholen nog niet zo goed weet wat of welke mogelijkheden er zijn, kan hij contact opnemen met de opleider of een partij binnen het samenwerkingsverband. Hiertoe worden de contactgegevens van de opleiders bekend gemaakt.
  • De opleider biedt de scholingsactiviteiten kosteloos aan de deelnemer aan en zal geen kosten voor het volgen van een scholingsactiviteit doorberekenen aan de deelnemer.

Definitie van een deelnemer

Een deelnemer is een natuurlijk persoon die een band heeft met de Nederlandse arbeidsmarkt, achttien jaar ouder is en de pensioengerechtigde leeftijd nog niet bereikt. Een band met de Nederlandse arbeidsmarkt wordt in ieder geval aangenomen wanneer de deelnemer een Burgerservicenummer (BSN) heeft.

  1. Vanzelfsprekend geldt dit niet voor scholing die ziet op het leren van een andere taal dan de Nederlands taal.