Re-integreren met 60 jaar

Door de moordende concurrentie met de supermarkt moest Bram van Zoomeren noodgedwongen vorig jaar november voorgoed zijn brood-, koek-en banketkraam inpakken. Hij dacht -met zijn leeftijd van 60 jaar- nooit meer aan de slag te kunnen. Inmiddels werkt hij -dankzij een ESF-re-integratieproject- bij HEME, een opstartend bedrijf voor de productie en het vermarkten van hoogwaardige specialiteiten voor voeding en diervoeding.

Nieuwsbrief ESF 4 2013 Bram van Zoomeren bij HEME, een bedrijf voor de productie en het vermarkten van voeding en diervoeding.

De gemeente Waddinxveen beroept zich voor de re-integratie van bijstandgerechtigde arbeidsbelemmerden en 55-plussers op subsidie uit het ESF-budget. In het project 'Iedereen doet mee’ begeleidt de gemeente iedereen die daar geestelijk en lichamelijk toe in staat is, zo mogelijk naar een passende baan.

De koek was op

De 60-jarige Bram Van Zoomeren was een van de deelnemers aan het re-integratieproject van gemeente Waddinxveen: “Ruim 25 jaar geleden heb ik het marktbedrijf in brood, koek en banket van m’n vader overgenomen. Het tijdperk van de markt is vandaag de dag een beetje voorbij. Mensen gaan liever naar de supermarkt. Het werd steeds rustiger op de markt. En de omzetcijfers bevestigden dat.” November 2012 was de koek letterlijk en figuurlijk op. Van Zoomeren kwam in de bijstand terecht. Hij liep drie maanden mee met een sollicitatietraject van de gemeente. “Het was een lastige periode. Van 60 à 70 uur in de week werken, zit je ineens thuis. En na 25 jaar zelfstandig ondernemerschap kom je in een traject van (verplicht) solliciteren. Met extra geld via het ESF kon gemeente Waddinxveen meer bieden!

Re-integratie op maat

Ricardo Verweij is re-integratiecoach bij TaalophetWerk®: “Voorheen kregen we apart cliënten toebedeeld via de gemeente. Maar in dit project werkten we met een grote groep mensen.” In totaal werden 60 arbeidsbelemmerden en/of 55-plussers verdeeld over vier lokale re-integratiebedrijven . Verweij: “In een intake bespraken we met cliënten wat men kan, maar vooral wat men wil; wat wil iemand bereiken en wat is ervoor nodig om dat te kunnen bereiken. Vervolgens werd in samenwerking met de cliënten en mogelijke bedrijven een aanpak op maat gemaakt.”

Werkervaring opdoen

Van Zoomeren had voordat hij op de markt stond, in een bedrijf voor machinebouw gewerkt. Sterker nog, hij is eigenlijk ook technisch opgeleid. Daar wist Ricardo Verweij wel raad mee, want om technisch personeel staan bedrijven te springen. In een snoepfabriek kon Van Zoomeren werkervaring opdoen bij de technische dienst. “Ik ben blij dat ik dit traject heb doorlopen en weer aan de slag kon. Dat had ik zelf niet voor elkaar gekregen. De coaching en persoonlijke begeleiding is echt heel belangrijk. Ook een bedrijvennetwerk van een re-integratiebureau is van onschatbare waarde.”

Carrièreswitch

Bram van Zoomeren heeft in de tussentijd zelfs al een carrièreswitch gemaakt. Hij werkt momenteel bij een bedrijf voor het bouwen van machinerie voor malen, mengen en zeven. Dit bedrijf is in opbouwende fase en Van Zoomeren heeft de pioniersspirit weer helemaal te pakken: “Ik word in het bedrijf heel vrij gelaten. We zijn de machines aan het opbouwen en testen om de productie te kunnen gaan draaien, maar ik begeleid ook personeel. Uiteindelijk groeien we door naar een man of twintig.”

80% in beweging

In dit project werd aandacht besteed aan zowel individuele re-integratie als diverse groepsactiviteiten. “Die groepsdynamiek gaf een extra impuls,” licht Verweij toe. “Zo oefenden we sollicitatiegesprekken met elkaar, maar hebben we bijvoorbeeld ook met een groepje een kerk opgeknapt. Deze activiteit is onder andere ingezet voor mensen die jarenlang thuis hebben gezeten en nu weer enige vorm van ritme moeten krijgen. De wisselwerking binnen de groep was heel mooi om te zien. Mensen inspireerden en stimuleerden elkaar.” Inmiddels heeft 18% van de 60 deelnemers betaald werk gevonden, dat is twee keer zoveel dan normaal gesproken in re-integratietrajecten. Maar nog veel belangrijker... 80% van de groep is in beweging gekomen in de vorm van opleiding, training en/of een werkervaringsplek. Dit biedt weer zicht op betaald werk.