Het lot van boomverzorgers

Lekker lang gezond doorwerken? In de agrarische en groene sector begint het kwartje langzaam te vallen. Met het ESF-project ‘Werken aan Morgen’ zet Colland de eerste stap: bewustwording. “Als we nu niets doen, missen we straks de boot als de economie weer aantrekt.”

Nieuwsbrief ESF 1 2013 Math Creemers, manager en uitvoerder van het project ‘Werken aan Morgen’

Ronduit enthousiast is Math Creemers, manager en uitvoerder van het project ‘Werken aan Morgen’. Creemers: “Ik proef dat de agrarische en groene sector er klaar voor is. De pensioengerechtigde leeftijd schuift op en zowel werkgevers als werknemers én sociale partners snappen dat het belangrijk is dat mensen zo lang mogelijk gezond en vitaal kunnen doorwerken.”

Boomverzorgers

Colland – Collectief Land en Tuinbouw in Holland - heeft een speciale reden om dit project op te starten. “In de sector wordt relatief zwaar fysiek werk verricht. Het is daarom best lastig om mensen langer te laten doorwerken. Denk maar aan boomverzorgers. Misschien een extreem voorbeeld maar deze mensen krijgen met 35 jaar steeds meer fysieke klachten omdat ze dag in, dag uit in bomen moeten klimmen. Daar moeten we iets mee. Maar hoe speel je daar tijdig op in? Met dit project werken we aan bewustwording. Maar we zoeken ook naar goede voorbeelden en praktische oplossingen. In dit geval helpt het als een boomverzorger al bij zijn aanstelling weet dat zijn loopbaan vroegtijdig stopt. Het klinkt simpel, maar in onze sector is veel behoefte aan dergelijke eenvoudige oplossingen.”

Koplopers

Met het ESF-project ‘Werken aan Morgen’ hoopt Colland via Stigas – de adviesdienst voor veilig en gezond werken en verzuimpreventie in de agrarische en groene sector – te leren van goede voorbeelden, ook van buiten de sector. “BMW heeft een fabriek speciaal voor 50-plussers. Ze hebben de verlichting sterker gemaakt en de gereedschapskisten op wieltjes gezet. Ik wil dat we ook in onze sector zo vernieuwend gaan denken. We willen koplopers uitlichten: bedrijven die aandacht hebben voor de duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Wat kunnen anderen van hen leren?” Met een prijsvraag hoopt hij de beste vernieuwende ideeën boven tafel te krijgen. “Dat kunnen technische oplossingen zijn maar ook slimme manieren van communiceren.”

Varkenshouderij

Colland pakt het project breed aan. “Behalve het uitlichten van koplopers doen we onderzoek naar de stand van zaken in onze sectoren. Hoe ver is de sector? Wat zijn de ervaringen van werkgevers en werknemers?” Op de website stigas.nl heeft Stigas twee vragenlijsten gezet: één voor werknemers en één voor werkgevers. “We hopen op heel veel respons, vooral ook omdat we te maken hebben met twaalf verschillende deelsectoren waar we een beeld van willen krijgen. Een varkenshouderij is nu eenmaal niet te vergelijken met een bloembollenbedrijf en een akkerbouwbedrijf niet met een glastuinderij.”

En dan?

Augustus 2013 loopt het project af. En dan? “Ik hoop dat dan alle partijen – werkgevers, werknemers en sociale partners – zich bewust zijn van het belang van duurzaam doorwerken. Door middel van het project kunnen wij Colland hierover goed adviseren. Er zullen ook allerlei instrumenten klaar liggen om dit op te pakken: een vitaliteitsscan, een workshop, een werkvermogensmonitor. Uiteindelijk moet aandacht voor duurzaam werken integraal onderdeel worden van personeels- en arbobeleid. Nee, zover zijn we nog niet. Maar we maken wat mij betreft een goede start.”