Over het Europees Sociaal Fonds tussen 2007 en 2013

Het Europees Sociaal Fonds (ESF) verbetert de kansen van mensen op de arbeidsmarkt. Europa geeft geld uit het Europees Sociaal Fonds (ESF) aan projecten om mensen aan het werk te helpen en te houden of om mensen (bij) te scholen.

Doelgroepen van ESF

Europa en Nederland helpen met het ESF de volgende groepen:

  • Werklozen die extra hulp nodig hebben bij het vinden van een baan. Denk hierbij aan oudere werkzoekenden, werkzoekenden zonder uitkering of baan of mensen die (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn.
  • Gevangenen en jongeren in een jeugdinrichting. Met ESF-geld volgen ze een opleiding en worden ze voorbereid op een baan.
  • Leerlingen aan een Praktijkschool of school voor Voortgezet Speciaal Onderwijs. Dankzij ESF worden leerlingen intensief begeleid op weg naar een vervolgopleiding of passende baan.
  • Laagopgeleide werknemers. Werknemers die nooit een opleiding hebben afgemaakt kunnen door het ESF alsnog een diploma halen.
  • ESF-geld wordt ook gebruikt om lager opgeleide werknemers scholing te geven zodat ze makkelijker doorstromen naar een betere of andere baan.
  • Werkgevers kunnen ESF-subsidie krijgen voor sociale innovatie. Daarmee zorgen ze dat hun personeel slimmer en beter werkt op de werkvloer.
  • ESF ondersteunt projecten om jongeren aan het werk te helpen en te houden. ESF-geld vergroot hun kansen op de werkvloer.

Hoogte subsidie

De Europese Unie heeft ongeveer € 75 miljard aan ESF-subsidies verdeeld over alle landen die lid zijn van de Unie. Nederland heeft van 2007 tot en met 2013 een bedrag van € 830 miljoen te verdelen.

Werkgelegenheid in Europa

Eén van de doelen van de Europese Unie (EU) is het stimuleren en verbeteren van de werkgelegenheid in Europa. Als u kennis wilt nemen van het Europese beleid op dit vlak voor de komende jaren, kunt u de Europa 2020 Strategie lezen. Deze strategie volgde in 2010 de zogenoemde Lissabonstrategie op. Eén van de kerndoelen van Europa 2020 is meer werkgelegenheid. In 2020 moet driekwart van alle Europeanen van 20 tot en met 64 jaar betaald werk verrichten. Er zijn voor het bevorderen van de werkgelegenheid vanuit de Europese Unie twee structuurfondsen ontwikkeld: EFRO en ESF (het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds). Ook Nederland ontvangt subsidies van deze fondsen uit Brussel. Het Agentschap SZW is in Nederland verantwoordelijk voor de uitvoering van het ESF. Het ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie voor het EFRO-programma.

Met de structuurfondsen streeft de EU ernaar om het verschil in ontwikkeling tussen de regio’s en de lidstaten te verkleinen. Deze fondsen dragen bij aan de bevordering van de economische, sociale en territoriale samenhang.

Europees Sociaal Fonds (ESF) voor mensen

Waar EFRO in beginsel investeert in bedrijven, houdt het ESF zich vooral bezig met mensen. Het ESF is in 1957 opgericht om op verschillende manieren de werkgelegenheid te stimuleren en integratie op de arbeidsmarkt te bevorderen.

In de nieuwe financieringsperiode heeft Nederland ervoor gekozen niet alleen te investeren in mensen die lastig zelfstandig een baan kunnen vinden, zoals ouderen, laagopgeleiden of gehandicapten. Ook kunnen O&O-fondsen voor bedrijven binnen hun branche subsidie aanvragen om hun werknemers bij te scholen. Door zo te investeren in werknemers wordt gezorgd dat zij zich gemakkelijker kunnen aanpassen aan de veranderingen op de arbeidsmarkt. Door scholing en sociale innovatie ondersteunt het ESF de mobiliteit van deze werknemers op de arbeidsmarkt.